Tweede graad – derde en vierde leerjaar
Wat is typisch aan deze studierichting?
De klemtoon ligt op het vak economie.
Economie is de studie van de “huishouding”. In een land zijn er verschillende soorten huishoudingen : gezinnen, bedrijven, overheid. Die hebben allemaal iets met elkaar te maken. Heel het economisch gebeuren is immers één kringloop. Die kringloop is het vertrekpunt van je studie. In het bijzonder zal ingegaan worden op de gedragingen van de consumenten (= verbruikers) en de producenten (= voortbrengers van goederen). Daarbij duiken begrippen op als sociale zekerheid, loonberekening, beleggingen, leningen, indexcijfer, koopkracht, reclame, winst, boekhouden…
Drempels
Vanuit het tweede (gemeenschappelijk) leerjaar van de eerste graad is de overstap naar 3 Economie mogelijk voor alle leerlingen die goed zijn voor talen en wiskunde.
Als je vanuit een derde jaar wil instromen in het 4de jaar EC, moet je er rekening mee houden dat dat enkel kan mits voldoende voorkennis voor economie, talen en wiskunde.
Als je in het 3de jaar geen economie hebt gehad, dan kan je voor 15 juli in het Sint-Jozefinstituut een inhaalbundel vragen om tijdens de zomermaanden in te studeren. Er wordt eind augustus een test afgenomen.
Welke leerlingen kiezen voor deze studierichting?
Je kiest voor deze studierichting als je belangstelling hebt voor economie. Wellicht heb je dat al ondervonden toen je in het tweede leerjaar het vak socio-economische initiatie (SEI) of het vak handel volgde, maar dat is niet echt nodig.
Toekomstmogelijkheden
Na de tweede graad Economie liggen in de derde graad alle mogelijkheden open, vooral de richtingen met economie. De studierichtingen met klassieke talen zijn evenwel afgesloten.
LESSENTABEL ECONOMIE | ||||
VAK | ECONOMIE (4 uren wiskunde) |
ECONOMIE (5 uren wiskunde) |
||
3de jaar | 4de jaar | 3de jaar | 4de jaar | |
Basisvorming en specifiek gedeelte | ||||
Aardrijkskunde | 1 | 1 | 1 | 1 |
Biologie | 1 | 1 | 1 | 1 |
Chemie | 1 | 1 | 1 | 1 |
Cultuurwetenschappen | – | – | – | – |
Economie | 4 | 4 | 4 | 4 |
Engels | 3 | 2 | 3 | 2 |
Frans * | 5 | 5 | 4 | 4 |
Fysica | 1 | 1 | 1 | 1 |
Gedragswetenschappen | – | – | – | – |
Geschiedenis | 2 | 2 | 2 | 2 |
Godsdienst | 2 | 2 | 2 | 2 |
Latijn | – | – | – | – |
Lichamelijke opvoeding | 2 | 2 | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 | 4 | 4 |
Wiskunde * | 4 | 4 | 5 | 5 |
Complementair gedeelte | ||||
Duits | – | 1 | – | 1 |
Informatica | 1 | 1 | 1 | 1 |
Muzikale opvoeding | – | 1 | – | 1 |
Seminarie artistieke opvoeding | 1 | – | 1 | – |
32 | 32 | 32 | 32 |
* In de studierichting economie kies je voor meer nadruk
op ofwel Wiskunde, ofwel Frans.