Derde graad – vijfde en zesde leerjaar
Omschrijving
De studierichting Latijn – Moderne Talen mikt op een veelzijdige taalvorming. Terwijl de doorgedreven studie van de Moderne talen de leerlingen oefent in het communicatieve aspect van de taal, legt de studie van het Latijn sterker de nadruk op taalreflectie – het taalbeschouwende aspect. In die zin vult de studie van het Latijn de studie van de Moderne talen aan en omgekeerd. Hieruit blijkt dat deze richting bedoeld is voor leerlingen met een uitgesproken belangstelling voor taal en een grote zin voor de uitingen van de geest in de literatuur. Via die literatuur, die sterk aanwezig is, streeft men een culturele ontwikkeling na waarbij de West Europese letterkunde als een continuum ervaren wordt.
Leerlingprofiel
Deze specifiek op talen afgestemde richting is geschikt voor leerlingen die een speciale aanleg hebben voor talen, maar die tevens ook een ruime culturele belangstelling hebben voor de eigentijdse en oude cultuur. Uiteraard moeten deze leerlingen in de tweede graad Latijn gevolgd hebben, en voor Latijn en de andere talen een goed resultaat behaald hebben.
LESSENTABEL LATIJN-MODERNE TALEN | ||
VAK | LATIJN-MODERNE TALEN | |
5de | 6de | |
Basisvorming en specifiek gedeelte | ||
Aardrijkskunde | 1 | 1 |
Duits | 2 | 2 |
Engels | 3 | 3 |
Frans | 4 | 4 |
Geschiedenis | 2 | 2 |
Godsdienst | 2 | 2 |
Latijn | 4 | 4 |
Lichamelijke opvoeding | 2 | 2 |
Natuurwetenschappen | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 |
Wiskunde | 3 | 3 |
Complementair gedeelte | ||
Esthetica | 1 | 1 |
BZW talen | 2 | 2 |
32 | 32 |